Overzicht dag 131 - 142:
Aapjes kijken
We verlaten ons mooie plekje in Ahermoumou laat in de ochtend. We fietsen de aankomende dagen richting Ifrane. De stad staat bekend als wintersportoord en heeft als bijnaam “klein-Zwitserland”. Niets aan de stad is Marokkaans, ook de prijzen van de frappuccino’s niet. De koning heeft er een paleis laten bouwen en dat is te merken aan de militaire-politie die alom aanwezig is. Voor ons is het leuk om even door de stad te fietsen en onszelf te trakteren op een frappuccino, maar dit is geen plek waar wij ons “thuis” voelen.
Gelukkig is de omgeving rondom Ifrane wel een plek waar wij ons thuis voelen en zijn er campings in de buurt. Door de dennenbossen en de bergen voelt het ook wel een beetje alsof je in Zwitserland fietst. Al zouden ze in de Zwitserse skigebieden wel raar opkijken als daar apen door de bomen slingeren. Hier is het de normaalste zaak van de wereld.
Andere beestjes
Na Ifrane veranderd onze koers van west- naar zuidwaarts. Na nog één flinke klim, waarbij we voor het eerst ruim boven de 2km hoogte uitkomen, verlaten we de Midden-Atlas en fietsen we richting de Sahara. Onderweg stoppen we voor de lunch en worden we vergezeld door een stuk of 6 kwijlende straathonden. Hoe lief ze ons ook aankijken, we zijn bikkelhard, niets krijgen ze. Tenminste niet van ons, bijna elke andere auto die stopt gooit ze iets toe. Bijna elke andere auto is na een paar minuten ook weer weg, wij zitten daar ruim een half uur en telkens komen ze hoopvol weer onze richting op gekwispeld.
Lake Sidi Ali
Zo tegen 15;00 komen we langs een stadje waar we stoppen voor koffie en bedenken waar we die avond zullen slapen. Zo’n 20Km verderop is een 5-sterren-hotel aan een meer. We mogen onszelf wel een keer verwennen natuurlijk. De prijzen liegen er echter niet om volgens de man die ons aanspreekt terwijl we nog snel een brood kopen voor de volgende dag. Het dure hotel is wel 30 of 50 euro per nacht volgens onze nieuwe vriend. Gelukkig werkt er een kennis van hem, die kan misschien een mooie prijs voor ons regelen. Nou schrikken wij niet heel erg van 50 euro per nacht, maar voor Marokkaanse begrippen is dat inderdaad best aan de prijs.
Terrasje pakken
Als we bijna weg willen fietsen worden we nog verleid door de heerlijk geurend barbecue aan de andere kant van de straat. We stappen maar weer van onze fiets en bestellen de kofte die op de barbecue ligt. De katten en kippen scharrelen tussen de tafeltjes en de geslachte schapen hangen klaar om tot verse kofte gehakt te worden. Om ons heen eten de mensen vooral geitenhoofd, zal ook vast lekker zijn. Terwijl wij op ons eten wachten komt onze nieuwe vriend langsgefietst. Hij parkeert zijn fiets naast die van ons en komt bij ons aan tafel zitten.
Ongevraagd bij je aan tafel komen zitten is overigens ook de normaalste zaak van de wereld hier. Of het nou is omdat we toeristen zijn, of omdat we toeristen op de fiets zijn, of dat ze dat altijd doen ongeacht of je nou toerist bent of niet daar zijn we nog niet achter. Maar even samen op het terras zitten is ons nog niet gelukt. Binnen een paar seconden sluiten er mensen aan. Nooit omdat ze iets van ons willen, behalve een praatje maken dan. Meestal vinden we het niet erg maar de communicatie verloopt vaak stroef. Half in het Arabisch, Frans, Engels en met veel handen en voeten werk hebben we een gesprek. Maargoed we dwalen af.
5-sterren
Als we hebben gegeten fietsen we met z’n drieën richting duur-5-sterren-hotel. Na 2Km houdt onze metgezel het voorgezien en stopt hij bij een benzinepomp voor koffie. Wij hebben nog 18Km bergop en wind tegen te gaan. Maar in ons hoofd liggen we al in onze luxe kamer in een heerlijk bedje en hebben we warm gedoucht. Na de laatste 3Km nog over gravel te fietsen krijgen we bij de receptie van het hotel te horen dat ze geen 30- maar 300 euro per nacht vragen. We vragen nog een keer voor de zekerheid of ze niet 300 Dirham bedoelen, maar nee, drie-honderd euro’s.
We permitteren onszelf deze reis echt wel wat luxe en af en toe kijken we niet op een paar euro meer of minder. Maar voor 300 euro moet de gemiddelde Marokkaan bijna 2 weken werken. We zetten onze tent op aan de rand van het meer, 100 meter van het hotel vandaan, onder een 5-sterren-hemel. En het kost ons niets.
De bergen uit
De volgende ochtend verlaten we de midden-atlas. Zoveel als we afgelopen dagen hebben geklommen, zoveel dalen we vandaag af. Ruim 40Km afdaling en daarna vals-plat naar beneden richting Midelt. Tijd om weer een dag rust in te plannen en voor Rob om naar de kapper te gaan.
De kapper ontpopt zich aan het einde van de knipbeurt ook tot masseur, geen verkeerde combinatie.
Na Midelt blijven we langzaamaan afdalen, de wind blijft in ons voordeel waaien en dat resulteert in onze eerste 100Km dag. Veel fietsen hoeven we die dag echter niet echt we rollen vanzelf vooruit. Onderweg passeren we nog een Duits meisje die langs de kant van de weg zit met een lekke band. We bieden onze hulp en reserve band aan, maar ze heeft de situatie onder controle. Dus we fietsen verder.
Ziz Vallei
Als je Marokko intikt op je favoriete zoekmachine lees je snel over de Dades-Gorge en de Todra-Gorge. Maar niemand heeft het over de Ziz-vallei. En daar mag toch wel verandering in komen vinden wij. De vallei is een langgerekte oase die de Sahara-woestijn doorklieft. Links en rechts van ons torenen de bergen hoog boven ons uit maar wij blijven heel gestaag dalen langs de rivier die de vallei gevormd heeft. Tot nu toe een van de mooiste plekken die we bezocht hebben.
Negatieve kanten van Marokko
Op onze 100Km dag stoppen we voor koffie, zoals we eigenlijk elke dag minimaal één keer doen. En dat gaat vaak heel relaxed. Toen we ons inlazen over Marokko merkten we eigenlijk maar twee negatieve punten op:
1) honden;
2) kinderen.
Tot nu toe hadden we van de honden (bijna) geen last en van kinderen al helemaal niet. Vaak zwaaien ze vrolijk of kijken ze ons met grote ogen aan als we langs komen fietsen. Wanneer we dan zelf op ons beste Arabisch “Salam” roepen verschijnt er een lach op hun gezicht. En dat geldt trouwens niet alleen voor de kinderen. We krijgen ontelbaar veel begroetingen, duimpjes omhoog en zwaaiende armen van de volwassen mensen die we onderweg tegen komen. We voelen ons welkom in Marokko, de mensen zijn extreem vriendelijk en we ons nog geen enkel moment onveilig gevoeld.
Op heterdaad
Tot de koffie op de 100Km dag. Het is zondag tegen 15:00 de Marrokaanse jeugd verveelt zich stierlijk al vanaf dat de school op vrijdag uit is gegaan, kunnen we ons indenken. We kunnen ons goed voorstellen dat het dan leuk is om “Toeristje Pesten” te spelen. Maar wat doe je als toerist als een kind je gaat vervelen? Je kunt een jochie van een jaar of 12 toch moeilijk een klap verkopen omdat hij aan je spullen zit? Boos worden heeft ook geen enkele zin want ze staan je gewoon vierkant uit te lachen.
We hebben er lang over nagedacht maar een goed antwoord hebben we nog steeds niet. Als we de weg affietsen om onze fietsen te parkeren worden we binnen no-time omsingeld door een stuk of 7 jongens. Allemaal net 3 turven hoog en ze vinden het maar wat interessant om te kijken hoe ver ze kunnen gaan. Niet heel ver gelukkig want Mama komt ons snel redden door stenen naar de groep te gooien. Zo snel als ze verschenen, zo snel verdwijnen ze ook weer. Ze schieten allemaal een andere kant uit. Wij zijn in ieder geval, voor even, van ze af.
Want als we op het terras van het café zitten kruipen er een paar van die knapen richting onze fietsen. Ze denken dat we ze niet door hebben maar we betrappen ze op heterdaad. We drinken onze koffie op en gaan. Vergezeld door dezelfde groep jeugd die maar blijven vragen om “Dirham, Dirham” en onze spullen blijven aantikken, en op onze tassen slaan terwijl we langzaam wegfietsen. Volhardend zijn ze gelukkig niet, ze staken hun poging na een paar honderd meter.
Weer een lekker band
We maken gestage voortgang richting Merzouga. Wat toch een beetje ons eerste doel in Marokko is geworden. We blijven nog een tijdje door de Ziz-vallei fietsen waar de Oases om de paar kilometer verschijnen. We stoppen voor een foto en als we weer verder willen fietsen staat Rob ineens met een slappe band. Nummer 5 voor Rob, de teller van Isabelle staat nog altijd op 0.
Wanneer we ons bandje weer geplakt hebben en bijna klaar zijn om onze weg te vervolgen stopt er een andere fietser. Het is dat Duitse meisje dat we twee dagen geleden langs de kant van de weg zagen zitten. Nu zijn wij degene met pannen. Mascha, zo heet het Duitse meisje dat we langs de weg zagen zitten met de lekke band, fietst de laatste twee dagen met ons mee naar Merzouga.
Merzouga
We hadden een lange barre tocht verwacht met weinig hoogtepunten, maar de afgelopen dagen waren wederom prachtig. In Merzouga nemen we “vakantie”. We boeken een kamelentour de woestijn in met overnachting in een Nomanden-kamp en aansluitend blijven we nog 2 nachtjes aan de rand van de woestijn in een Kashba waar ze een zwembad hebben.
De tour de woestijn in bevalt ons prima, we bevinden ons even in de toeristenbubbel en dat geeft ons de gelegenheid om weer eens een gesprek met mensen te hebben. De aansluitende dagen in Merzouga gebruiken we om te zwemmen, al onze elektronica weer op te laden, de route naar Marrakech te plannen, onze was te doen en ook even te ontspannen. We trekken deze laatste dagen in Merzouga veel op met Mascha. Zij gaat ongeveer dezelfde route volgen als wij richting Marrakech. Mascha vertrekt wel een dag eerder uit Merzouga dus vanaf nu fietsen we weer met z’n tweetjes. De woestijn uit, terug de bergen in. De hoge Atlas wacht op ons.
Wat een mooie reis maken jullie, mooie verhalen.
Veel plezier, en doe voorzichtig.
Top!
Wat een bijzondere reis maken jullie, mooi dat je echt ondergedompeld wordt in het land. En mooie foto’s weer!
Gaaf hoor! 😎
Gaaf hoor! 😎
Tis wër skon
De omgeving wordt steeds mooier.
De omgeving wordt steeds mooier.